Speel sensorisch – Speel veilig

Sensorisch spel is heerlijk: rijst die door de vingers glijdt, water dat klettert in een bakje, zand dat van een schepje rolt. Maar bij al dat speelplezier hoort ook iets anders – veiligheid. Want hoe vrij spel ook mag voelen, als volwassene ben jij degene die zorgt dat het veilig, ontspannen én leerzaam blijft.

Gelukkig hoeft dat helemaal niet ingewikkeld te zijn. Met de juiste voorbereiding, een beetje toezicht en heldere afspraken creëer je een veilige speelomgeving waarin kinderen vol vertrouwen kunnen ontdekken. Hieronder lees je praktische tips die je direct kunt toepassen.

1. Ken je materiaal (en je doelgroep)

Gebruik je speelrijst, water, zand, kikkererwten of losse onderdelen? Denk dan goed na over wie ermee gaat spelen. Voor kinderen onder de drie vermijd je kleine onderdelen of los materiaal dat in de mond past. Een handige vuistregel: is het kleiner dan of ongeveer even groot als een standaard 2x2 DUPLO-blokje? Dan is het mogelijk niet veilig voor jonge kinderen.

Werk je met kinderen die extra ondersteuning nodig hebben (zoals bij overprikkeling, motorische uitdagingen of slikproblemen)? Stem het materiaal dan af op wat zij aankunnen, niet alleen op wat er aantrekkelijk uitziet. Minder is vaak meer – zeker als het gaat om veiligheid.

2. Houd toezicht, altijd

Sensorisch spel vraagt om nabijheid. Niet om streng toezicht, maar om alert aanwezig zijn. Kinderen kunnen helemaal opgaan in het spel, wat prachtig is, maar ook maakt dat ze signalen van vermoeidheid, frustratie of gevaar minder goed zelf herkennen.

Blijf in de buurt, kijk mee, stel vragen, en observeer gedrag. Dat voorkomt niet alleen ongelukjes, maar versterkt ook de interactie en het leereffect.

3. Beperk gladheid en struikelgevaar

Bij water is het extra belangrijk om te letten op de omgeving. Een beetje geklots klinkt onschuldig, maar een gladde vloer of natte mat is zó gebeurd. Gebruik antislipmatten, leg een handdoek onder de watertafel en hou een dweil in de buurt.

Ook bij droge materialen zoals rijst of bonen geldt: wat op de vloer ligt, kan uitglijden of struikelen veroorzaken. Veeg regelmatig even tussendoor of werk met een lage rand om het speelgebied af te bakenen.

4. Spreek duidelijke spelregels af

Kinderen hebben duidelijke grenzen nodig, juist bij vrij spel. Die grenzen zorgen voor rust, voorspelbaarheid én veiligheid.

Maak vooraf heldere afspraken. Bijvoorbeeld:

  • “We houden het zand in de bak.”

  • “Water hoort in de tafel, niet op de grond.”

  • “We stoppen niets in onze mond.”

Herhaal de regels rustig als het nodig is. Benoem ook wat wél mag: “Je mag met je handen voelen, je mag scheppen, je mag zachtjes gieten.” Positieve taal helpt kinderen beter onthouden wat de bedoeling is.

5. Werk met overzicht en structuur

Te veel materiaal in één keer geeft onrust en vergroot de kans op ongelukken. Beperk daarom wat je aanbiedt: één of twee soorten vulling, wat eenvoudige tools (schepjes, lepels, bekers) en eventueel enkele figuren of vormen.

Werk met kleine bakjes of een afgebakende tafel. Zo houd je controle over wat er gebruikt wordt én geef je kinderen een duidelijke speelplek.

6. Zorg voor hygiëne en onderhoud

Sensorisch spel betekent ook: materiaal regelmatig controleren. Is het nat geweest? Laat het drogen of vervang het. Zand waar in gesnoten is, kun je beter wegdoen dan bewaren.

Was handjes vóór en na het spel, zeker bij gedeeld gebruik. En bewaar materialen schoon en droog, in goed afsluitbare bakjes.

7. Opruimen is ook veiligheid

Laat kinderen meedoen met het opruimen. Dat hoort bij het spel én voorkomt dat er kleine of gladde onderdelen blijven liggen. Gebruik sorteerbakjes of potjes met een deksel. Dat is overzichtelijk én voorkomt ongelukjes bij een volgende speelronde


© 2012 - 2025 SB Speelplezier | sitemap | rss | webwinkel beginnen - powered by Mijnwebwinkel